De vier grootste tabaksproducenten ter wereld maken ruim twee miljard dollar aan de EU over voor de bestrijding van tabakssmokkel. Maar niemand weet waar dat geld precies voor wordt gebruikt en of de tabaksindustrie voordelen geniet in ruil voor haar vrijgevigheid. Ook de methodes van het Europees Bureau voor fraudebestrijding liggen onder vuur. Documenten in handen van De Correspondent laten zien hoe de organisatie op belangrijke vragen het antwoord schuldig blijft.
‘Het is te erg wat er is gebeurd,’ zegt Ingeborg Grässle. ‘Ik kan niet opgeven. Het raakt aan de reden waarom ik politicus ben.’
De Duitse christendemocratische Europarlementariër voert een verbeten strijd om transparantie in de affaire-Dalli.Over die affaire schreef ik dit verhaal. Op 16 oktober 2012 moest de Maltese eurocommissaris aftreden, nadat tegen hem de verdenking was gerezen dat hij via een vriend omkoopgeld aan een tabaksfabrikant had gevraagd. Sindsdien woedt er in de Europese instellingen een almaar heviger gevecht over de toedracht van John Dalli’s val.
In april dit jaar sprak het Europees Parlement uitHet standpunt van het Parlement over OLAF is te vinden op p. 64 van de beslissing over de kwijting van de begroting 2012 dat de beschuldigingen tegen Dalli tot op de dag van vandaag onbewezen zijn. Ook ‘betreurde het sterk’ dat het onderzoek van het European Anti-fraud Office (OLAF) dat Dalli de kop kostte ‘ernstige tekortkomingen’ had.
In juli 2014 haalde Grässle, die als voorzitter van de begrotingscontrolecommissie van het Parlement een belangrijke positie bekleedt, fel uit in het blad Europolitics. Ze verweet OLAF het Parlement voorgelogen te hebben en oordeelde dat het tijd was voor een grote schoonmaak bij het antifraudebureau.
Giovanni Kessler, de directeur van OLAF, reageerde als door een wesp gestoken. Hij schreef een briefKesslers boze brief aan de drie voorzitters. gericht aan de voorzitters van de drie belangrijkste Europese instellingen, een document dat De Correspondent in handen heeft. Kessler sprak daarin zijn zorg uit dat de beschuldigingen ‘op de rand van laster’ de reputatie en het vermogen om onafhankelijk onderzoek te doen van zijn bureau aantastten.
Half oktober kreeg Kessler een vriendelijk antwoord.De brief van de drie voorzitters die DC in handen kreeg. De hoogste bazen van de Europese Unie besloten hun brief met: ‘We moedigen u en uw staf aan om uw belangrijke werk voort te zetten, in volledige onafhankelijkheid, en verzekeren u van onze volle steun bij deze inspanningen.’
Wonderlijk. Kessler heeft in een door het Europarlement aangenomen beslissing felle kritiek gekregen, maar de voorzitter van het Parlement gaat pal achter hem staan.
Maar Grässle laat zich niet uit het veld slaan. Op haar werkkamer in het Europarlement zet ze nauwgezet uiteen waarom OLAF volgens haar juridisch in de fout is gegaan. Ook licht ze toe waarom ze argwaan koestert over de akkoorden die de Europese Commissie met de vier grootste tabaksfabrikanten sloot.
Lees dit artikel van Tomas Vanheste verder op De Correspondent