EU-elites sleuren alles mee in val

Wat zouden de opheffing van de EU-visumplicht voor Turken en onderhandelingen over Turkse toetreding tot de EU met Syrische vluchtelingen te maken hebben? We weten het antwoord: helemaal niks.

Toch zijn die condities door de Turkse regering gesteld in ruil voor het terugdringen van de stromen vluchtelingen uit het Midden-Oosten naar de Balkan. De gesprekken tussen de Turkse premier en de Europese regeringsleiders zijn overgoten met cynisme en hypocrisie en zoals altijd weten de Brusselse perschefs, en onze eigen premier, de onwelkome feiten met dikke lagen verdraaiingen en vervormingen te bedekken.

Turkije is geen normaal land waarmee op een normale manier zaken gedaan kan worden door normale politici. Drie keer gebruikte ik het woord ’normaal’ in de voorgaande zin om te benadrukken dat alles abnormaal is geworden. Hoe vaak heb ik het al niet geschreven op deze plek: de elites in de EU bedrijven liever zelfbedrog dan dat ze de feiten volgen? Die feiten zijn koppig en lastig, en staan in schril contrast tot de officiële retoriek die de existentiële crises waaraan de EU lijdt wil wegpoetsen.

Wat voor Turkije geldt, geldt ook voor Oekraïne, maar dan op z’n Oekraïens: een ten diepste corrupt land met een autocratische elite. Maar een kleine bovenlaag in de leidende Europese politieke kaste blijft onverminderd vasthouden aan een van de kerngedachten van haar ideologie, en die luidt dat uitbreiding van de EU heilig is en dat het democratiseren van Oekraïne een morele noodzaak is.

Het huidige Turkije is een verscheurd land, net als Oekraïne een natiestaat met verschillende zielen. Er zijn moderne Turken, er zijn reactionair-religieuze Turken (de basis van de AKP van de islamistische president Erdogan), er zijn vele Turks-Koerdische groepen, van marxistisch links tot modern alewitisch, en het land voert meerdere openlijke of ’stille’ oorlogen: tegen Assad, Koerden, Rusland, Israël. Het moderne, seculiere Turkije, een van de grote, hoopgevende fenomenen van de vorige eeuw, is door Erdogan afgebroken. Turkije is op weg de volgende islamitische tirannie te worden.

De EU-elites lijden aan de ontkenning van de culturele dimensie van het Europese avontuur. De onderlinge culturele verschillen in Europa zijn groot, en die met de volken aan de Europese buitengrenzen nog groter. De EU heeft haar maximale grootte bereikt. Turkije en Oekraïne horen daar niet bij.

Voor dit harde gegeven rennen Europese politieke elites weg. Zolang ze in hoog tempo vooruit wankelen kunnen ze niet vallen, denken ze. Maar wat we meemaken is een lange val, en in die val dreigen de elites alles mee te nemen wat met zoveel zweet en bloed is opgebouwd: maatschappelijke rust, culturele vrijheid en vrijheid van meningsuiting, het uitbannen van religieus extremisme.

De Europese elites weten dat een deal met de Turkse islamisten geen oplossing biedt voor het gigantische migrantenprobleem, dat in wezen een religieus-cultureel probleem is. Onze elites kopen tijd. Tot het te laat is. Wij, de burgers van de EU, moeten de keuzes maken waarvoor onze elites vluchten.

Lees de gehele column van Leon de Winter in De Telegraaf (na gratis registratie)

Handelsverdrag is je reinste bedrog

In 2000 trad het associatieverdrag tussen de EU en Marokko in werking. Dat verdrag wil een ’geschikt raamwerk’ leveren voor de dialoog tussen de betreffende partijen en spreekt van liberalisatie van de handel in goederen, diensten en kapitaal, en van het bevorderen van de welvaart in Marokko. Het verdrag is een echt handelsverdrag.

Het woord ’militair’ komt in ondergeschikte zin één keer voor als er gesproken wordt over belemmeringen ten aanzien van wapenproductie. Het is onzinnig om er meer in te lezen dan wat het wil zijn: het slechten van belemmeringen ten aanzien van handel en industrie.

In het handelsverdrag van september 2014 tussen de EU en Canada komt het begrip ’militair’ enkele keren voor, maar net als in het verdrag met Marokko wordt het alleen gebruikt als het gaat om het uitsluiten of insluiten van goederen die mogelijkerwijs militaire doeleinden hebben. Ook dit verdrag is een puur handelsverdrag.

Het handelsverdrag met Oekraïne ademt een andere sfeer. Artikel 1, getiteld ’De doelstellingen’, beweert dat dit verdrag ’een passend kader’ wil zijn ’voor een versterkte politieke dialoog (…) over alle zaken van wederzijds belang’. Dat zet de toon.

In Artikel 1C schrijven de opstellers van dit verdrag dat ze ’vrede en stabiliteit’ willen bevorderen. Dat is lief en daar kun je niets op tegen hebben.

En dan komt Artikel 1D. Dit artikel moet u echt even in zijn geheel lezen.

Artikel 1D zegt dat dit handelsverdrag ten doel heeft ’de voorwaarden te scheppen voor versterkte economische en handelsrelaties in het licht van de geleidelijke integratie van Oekraïne in de interne markt van de EU, onder meer door het opzetten van een diepe en brede vrijhandelsruimte als bepaald in titel IV (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van deze Overeenkomst, en de inspanningen van Oekraïne te ondersteunen om de overgang naar een goed functionerende markteconomie te voltooien, onder meer door de wetgeving geleidelijk af te stemmen op de EU-wetgeving’.

In de preambule van het verdrag, ofwel het voorwoord waarin de uitgangspunten worden omschreven, komt dat woord ’integratie’ ook al voor: ’Erkennend dat de politieke associatie en de economische integratie van Oekraïne in de Europese Unie zullen afhangen van de vooruitgang bij de uitvoering van deze overeenkomst en de mate waarin Oekraïne kan zorgen dat de gemeenschappelijke waarden worden gerespecteerd, en van de vooruitgang bij de afstemming op de EU op politiek, economisch en juridisch vlak.

Ons is door leden van allerlei elites – van de politiek, academia, media – verteld dat dit een alledaags handelsverdragje is. Maar ik verdraai niets, ik overdrijf niets, ik heb de tekst netjes geblokt en hier gedropt. Toch beweren de elites dat er niet staat wat er staat.

En er staat meer in dat ’handelsverdrag’.

Lees deze column van Leon de Winter verder op De Telegraaf

Het zelfbedrog van onze elites

Onze samenlevingen rusten op het vertrouwen dat de burger zijn elites en instituties geeft. Dat vertrouwen staat op barsten.

Wat gaan onze elites toch tekeer tegen het Nederlandse referendum over het handelsakkoord met Oekraïne. Dat handelsakkoord zou echt niets meer dan een gewoon handelsakkoordje zijn, zo vertelden onze elites en de meeste commentatoren ons aanvankelijk, het stelde echt niks voor en daarbij: niemand heeft dat akkoord gelezen, hoe kunnen de burgers het dan afwijzen? Het curieuze is dat dat nietszeggende handelsakkoordje, als het door het Nederlandse volk wordt afgewezen, nu opeens de hele unie laat exploderen, zo beweren de elites en de commentatoren nu. Door het referendum staat de euro op het spel, hel en verdoemenis staat iedereen te wachten, de hele wereld verdwijnt in een zwart gat als het Nederlandse volk de euvele moed heeft om een nee te laten horen.

Wat willen ze nou? Is het nou een gewoon handelsakkoord, of niet? En denken we echt dat de hele Tweede Kamer dat akkoord wel heeft gelezen? Ik heb het hier al eerder gemeld: ik heb het gelezen. Het is geen gewoon akkoordje. Het is het begin van een proces dat moet leiden tot het EU-lidmaatschap van Oekraïne. Daarmee zou de EU ver opschuiven naar het oosten en in direct conflict komen met Rusland. We hebben niets te zoeken in dat deel van de wereld. De EU wil het er graag wel bij hebben, maar voor de rest van Europa is dat gebied een mijnenveld, zoals we zelf aan den lijve meemaken door de mensonterende taferelen rond de MH17.

Ondertussen is ook bekendgemaakt dat het handelsakkoord met of zonder een Nederlands referendum al geïmplementeerd is. Dat kan wettelijk niet, maar de elites en de Oekraïense president en miljardair Porosjenko, die naar verluidt ondanks de oorlog zijn fortuin flink heeft zien groeien, doen of hun neus bloedt. Veel duidelijker kunnen onze elites ons niet vertellen wat we voor hen betekenen. Hun besluitvormingsprocessen zijn erop gericht de wil van de burger buitenspel te zetten. In Nederland hebben alle politieke partijen in totaal 300.000 leden, oftewel: deze krant heeft meer abonnees dan alle politieke partijen leden hebben. De rest van de bevolking mag één keer in de vier jaar een stem uitbrengen, en die stem heeft, zoals we inmiddels weten, voor de politicus geen bindende geldigheid; het aantal verkiezingsbeloftes dat Rutte gebroken heeft, kan ik niet meer tellen. In de EU vinden processen plaats waarop de Europese burger geen greep heeft. Selecte groepjes ingewijden nemen in naam van een fictie honderden miljoenen Europeanen op sleeptouw. Ze veroorzaken de ene ramp na de andere.

Lees de hele column van Leon de Winter verder op de Telegraaf (betaalmuur)

EU: bureaucratisch project zonder ziel

Vlak na de Tweede Wereldoorlog was het een aangrijpende gedachte: er moet een nieuw Europa komen dat de verschillen tussen de volken kan wegnemen. Het was een misverstand.

De slachtingen van de Tweede Wereldoorlog kwamen voort uit radicale ideologieën, niet uit het idee van de natiestaat. Op basis van dit misverstand vervaagden de ’founding fathers’ van de EU de onderlinge grenzen en ontwikkelden ze een idealistisch en pacifistisch machtscentrum in Brussel. Daarbij moest de definiërende kern van elke natiestaat, het soevereine volk, zo nu en dan worden gemanipuleerd; het ging toch om hun bestwil, ook al zagen de volken dat niet zelf?

Na de massagraven van de Eerste Wereldoorlog, die een gewelddadig einde markeerden van de antieke Europese (en Ottomaanse) keizerrijken, werden de massagraven van de Tweede Wereldoorlog veroorzaakt door het Duitse nationaalsocialisme en door het socialisme van de Sovjet-Unie; aan elkaar verwante ideologieën op basis van negentiende-eeuwse schema’s vol waanideeën over de ordening van de wereld.

Deze ideologieën waren grensoverschrijdend en stoorden zich niet aan de grenzen van de natiestaten. Wat Europa had moeten zijn, een zakelijk antwoord op de socialistische utopie, zagen de stichters van de EU niet. Ze werkten aan een bureaucratisch project zonder ziel, zonder geestelijk en cultureel programma, dat van bovenaf een unie ging afdwingen.

Bij dat project hoort een bepaald soort politicus. Die niet wil zien wat elke burger kan zien, die niet hoort wat elke burger hoort. Onze politici zijn managers. Ze denken in programma’s en budgetten. En wanneer grote-mensen-conflicten op hun weg komen, raken ze in verwarring. En dat zien we nu massaal om ons heen gebeuren.

De managers schrikken wanneer zij merken dat de wereld een chaotisch universum is van conflicterende partijen dat zich niet in programma’s laat vangen. De Russen hebben belangen en zijn bereid te bedreigen en te bedriegen en geweld te gebruiken. En onze politici zetten een economische boycot in, want dat is het enige middel dat ze kennen. Dat de Russen zich door een cultuur laten leiden die op gespannen voet staat met het ’grenzeloze’ programma van de EU, wissen we weg. Nee, het gaat om Poetin en zijn kliek, zo houden onze politici zichzelf voor, bang voor de gedachte dat het niet om Poetin gaat maar om de grenzen van hun Europese project, dat een confrontatie met een geheel ander waardenstelsel heeft uitgelokt.

Onze politici kijken weg, ontwijken de woorden die ertoe doen, en trekken een droomwereld op die al lang haar houdbaarheidsdatum heeft overschreden. Ze doen letterlijk alles om het woord ’vijand’ te vermijden. Want wie een vijand heeft, gaat zich verdedigen. Tenminste: als hij niet ten onder wil gaan; en wie zich wil verdedigen, weet waarom hij dat doet: hij wil zijn specifieke cultuur (en vrijheid) beschermen. En dat is uitgerekend een fenomeen dat de EU wilde laten opgaan in een pan-Europese cultuur. Maar bestaat die?

Door het opheffen van de grenzen worden we ons ten zeerste bewust van het ontbreken van een ziel in het Europese project. Die kan niet kunstmatig worden geproduceerd door bureaucraten. We hadden dus de grenzen intact moeten laten en pragmatisch de onderlinge banden moeten aanhalen. Want: wat we aan identiteit hebben – onze taal, geschiedenis, kunsten – moet zich in een natiestaat uitdrukken, een natiestaat met grenzen.

De EU heeft geen grenzen. Het kan zichzelf niet definiëren, want daarmee zou het zichzelf grenzen opleggen, en dat past niet in het grenzeloze Brusselse programma. Iedereen kan er dus bij.

Lees deze hele column van Leon de Winter verder op de Telegraaf