Op 6 april spreken de Nederlanders zich in een referendum uit over het associatieakkoord tussen Oekraïne en de Europese Unie. Waarom is dit akkoord met Oekraïne zo belangrijk? Harde feiten lijken beperkt voorhanden, meningen domineren het debat. Daarom onderzoeken Bas van Beek, Sophia Beunder, Jilles Mast en Chris de Ploeg de komende maanden de achtergronden van dit verdrag, wat het precies inhoudt en de mogelijke gevolgen ervan voor de EU, Nederland en vooral de Oekraïne zelf.
Met dank aan de campagne van Geenpeil zullen Nederlanders zich begin april over het associatieverdrag van de EU met de Oekraïne kunnen uitspreken. Het is duidelijk dat de Nederlandse regering niet bepaald zit te wachten op een nee-stem tijdens haar EU-voorzitterschap. Premier Rutte roept Nederlanders op om ja te stemmen. De redenen zijn volgens hem simpel. Zondag 10 januari – een dag nadat Jean-Claude Juncker in NRC Handelsblad zei dat een negatieve uitslag ‘de deur [zal] openen naar een grote continentale crisis’ – zei de premier in Buitenhof dat het associatieverdrag vooral een handelsakkoord is waar Nederland economisch van zal profiteren. Ook is Rutte ervan overtuigd dat het akkoord ‘stabiliteit brengt aan de rand van Europa’.
Of de uitslag van het raadgevend referendum door Den Haag en Brussel gehonoreerd zal worden als de bevolking ‘nee’ stemt, is nog maar de vraag. Het referendum is niet bindend en per 1 januari is een deel van het verdrag al in werking getreden. Toch is deze raadpleging van groot belang. De Nederlandse bevolking zal zich kunnen uitspreken over een belangrijke politieke kwestie die anders naar alle waarschijnlijkheid onder de radar was gebleven.
Lees verder over dit onderzoek (dat u kunt steunen) op Follow The Money