Dit is de vijfhonderdste column in een reeks die bijna tien jaar geleden, op 8 oktober 2005, begon. Ik had de week ervoor na 22 jaar van, ik mag wel zeggen trouwe dienst, afscheid genomen bij het bedrijf waarvoor ik werkte. Er was nu tijd om weer te gaan schrijven.
Economisch gezien worden de afgelopen tien jaar beheerst door één gebeurtenis met rampzalige gevolgen: de val van de investeringsbank Lehman Brothers in september 2008. Was de crisis te voorkomen geweest? Als de diagnose is dat de crisis werd veroorzaakt door te veel kredietverlening, dan moet het antwoord bevestigend zijn. Dat de banken zich niet inhielden en veel te gemakkelijk uitleenden is niet goed, maar wel begrijpelijk. Zoals de toenmalige topman van Rabo, Piet Moerland, in maart 2013 zei: „Achteraf gezien waren we allemaal onderdeel van een systeem dat op hol is geslagen.”
Maar de toezichthouders, de centrale banken, hadden natuurlijk moeten voorkomen dat het systeem op hol sloeg. Ze deden dat niet. Sterker nog, ze maakten lenen aantrekkelijk door de rentestanden veel te laag te houden. Zelfs in 2004, toen de recessie van na de eeuwwisseling allang voorbij was, stond de Amerikaanse korte rente, die door de Federal Reserve bepaald wordt, nog op 1%. De inflatie was toen 3%. De Fed en zijn voorzitter, Alan Greenspan, waren daarmee medeverantwoordelijk voor het ontstaan van de kredietcrisis.
In Europa veroorzaakte de lage eurorente een huizenzeepbel in landen als Spanje en Ierland. Krediet was te goedkoop en op een beperking van de hoeveelheid krediet werd niet gestuurd.
De basis voor de latere problemen met Griekenland werd ook in de jaren voor het uitbreken van de crisis al gelegd. Vanaf het moment dat Griekenland in 2001 de euro invoerde, liep het al fout. De Griekse lonen schoten omhoog, de overheidsbestedingen werden flink opgevoerd en het Griekse handelsbalanstekort liep op naar 17% van het bbp, maar Europa greep niet in. De noodsteun van meer dan €200 miljard aan Griekenland was niet nodig geweest als het land niet tot de eurozone was toegelaten en in ieder geval veel geringer geweest als Europa eerder had ingegrepen. De eurocrisis is een door de EU zelf veroorzaakte crisis.
Verkeerd beleid en een gebrek aan toezicht zijn zo verantwoordelijk voor de malaise waarin de wereldeconomie in het algemeen, en Europa in het bijzonder, na 2008 is komen te verkeren. Van fouten kan men leren, maar die les is aan de centrale banken en de eurozonelanden niet besteed.
Lees deze column van Jaap van Duijn verder op DFT