Het Forum voor Democratie, waarvan schrijver Thierry Baudet voorzitter is, gaat een kort geding aanspannen tegen de Nederlandse staat over het Oekraïne-verdrag. Minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders maakte in antwoord op Kamervragen woensdagavond duidelijk dat hij niet van plan is in te gaan op eisen van het Forum voor Democratie, zoals de onmiddellijke opschorting van de voorwaardelijke toepassing van het verdrag. ‘Deze antwoorden van de minister vormen een goede reden om onze plannen voor een kort geding door te zetten’, zo reageert Baudet.
In een ingezonden stuk in de Volkskrant had hij vorige maand samen met ondernemer Erik de Vlieger al de mogelijkheid van een gang naar de rechter aangegeven, mocht de regering niet ingaan op een viertal ‘eisen’. Eén daarvan was dat tot het Oekraïne-referendum op 6 april ‘alle implementatie’ van het associatieakkoord zou moeten worden stopgezet. Ook zou Nederland aan de EU moeten vragen om opschorting van de voorlopige toepassing in heel Europa. Eerst zou de Nederlandse bevolking zich er over moeten kunnen uitspreken tijdens het referendum, waarvan Baudet c.s. een van de initiatiefnemers is.
In zijn antwoorden geeft Koenders aan dat ongeveer 70 procent van het verdrag voorlopig zal worden toegepast. Als uitleg geeft hij aan dat het hier gaat om die delen van het akkoord ‘die onder de EU-bevoegdheden vallen’. Hij benadrukt dat dit anticiperen op ratificatie ‘een gebruikelijke stap’ is. Bij vergelijkbare Europese akkoorden met onder meer Zuid-Korea, Peru en Columbia gebeurde dat ook.
Koenders ziet dan ook geen reden om niet met de voorlopige toepassing door te zullen gaan en zal zijn Europese collega’s dat ook niet gaan vragen. Evenmin gaat hij in op de eis van Baudet c.s. om duidelijk te maken wat de regering denkt te gaan doen in geval van een ‘nee’-stem van de bevolking. Koenders houdt op dit punt de kaarten tegen de borst: ‘De regering loopt niet vooruit op de uitslag van het referendum en de gevolgen daarvan’. Wel maakt hij duidelijk dat er dan door toedoen van Nederland zich op Europees vlak een unieke situatie gaat voordoen: ‘De eventuele situatie die zou kunnen ontstaan bij non-ratificatie is onontgonnen terrein.’ In ieder geval voor het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie zou een ‘nee’-stem een slecht nieuws zijn.
Naast een kort geding overweegt Baudet ook op Europees niveau de voorlopige toepassing van het verdrag aan te vechten. ‘Mogelijk vragen we daarover een prejudiciële beslissing bij het Europese Hof aan. Daarvoor is een spoedprocedure voorzien. Maar helaas is spoed op Europees niveau een relatief begrip. De procedure neemt veel tijd in beslag.’