De ECB is een pure bankenlobby

De kritiek in Duitsland op de plannen van de Europese Centrale Bank (ECB) om schuldpapieren bij de banken te gaan opkopen, zwelt steeds verder aan. Critici zijn bang dat de ECB door het opkoopprogramma teveel risico’s neemt en eventuele verliezen op het bordje van de belastingbetaler legt.

De ECB wil vanaf medio oktober door onderpand gedekte obligaties opkopen en later dit kwartaal ook herverpakte leningen. Het programma zal 2 jaar duren. Door schuldpapier op te kopen bij banken wil de ECB de kredietverlening aanjagen en daarmee de binnenlandse vraag in de eurolanden een impuls geven. ‘De kredietverlening aanjagen en daarmee de binnenlandse vraag in de eurolanden een impuls geven’. Hoe vaak hebben we dat argument al niet van ECB-president Mario Draghi gehoord.

Sinds het uitbreken van de crisis in 2008 heeft de ECB 14 keer de rente verlaagd. Van 4,6 procent eind 2008 naar 0,05 procent in september van dit jaar. Telkens met dezelfde argumentatie ‘de kredietverlening aanjagen’. Het feit dat de ECB steeds datzelfde argument gebruikt om de renteverlagingen te rechtvaardigen is op zich al verbazingwekkend. Want als bij alle vorige keren die renteverlagingen niet hebben gewerkt, waarom dan elke keer opnieuw een renteverlaging? Dat de laatste twee renteverlagingen ook bedoeld waren om de inflatie aan te jagen is van secundair belang en lijkt een doekje voor het bloeden. Daar waren die renteverlagingen om enig effect te sorteren sowieso veel te klein voor.

Nu dus het opkopen van schuldpapieren door de ECB van verpakte risicovolle bedrijfsleningen, zogeheten Asset Backed Securities (ABS). Het totale bedrag dat daarmee gemoeid is bedraagt 1000 miljard euro. Daarmee zou het balanstotaal van de ECB weer op het niveau van 2012 uitkomen, namelijk 3000 miljard euro, toen de ECB schuldpapieren van zwakke landen heeft opgekocht. De risico’s van het opkopen van ABS schuldpapier komt uiteindelijk voor rekening van de belastingbetaler. Banken zullen in de rij staan om hun ABS-leningen aan de ECB te verkopen.

Lees verder op Citareg

Het ontwrichtende rentebeleid van de ECB

De Europese Centrale Bank komt in actie om te voorkomen dat de eurozone in een deflatiespiraal terecht komt. De ECB maakte vanmiddag bekend de rente te verlagen van 0,25% naar 0,15%. De rente die banken moeten betalen om geld bij de ECB te stallen wordt negatief.

Vorige week waarschuwde ECB-president Mario Draghi voor een ‘funeste negatieve spiraal’ van lage inflatie en slechte kredietverlening door banken aan bedrijven, die het economisch herstel in de eurozone ernstig kan schaden.

Om met dat laatste te beginnen. Sinds het uitbreken van de crisis in 2008 heeft Mario Draghi, president van de ECB, 12 keer de rente verlaagd. Van 4,5 procent eind 2008 naar nu dus 0,15 procent in 2014, telkens met het argument dat de banken daardoor meer geld zouden uitlenen aan het bedrijfsleven voor economische groei. Het feit dat Draghi steeds dit argument gebruikt om de renteverlagingen te rechtvaardigen is op zich al verbazingwekkend. Want als bij alle vorige keren de renteverlagingen niet werkten waarom dan elke keer opnieuw een renteverlaging? Pas bij de laatste 2 renteverlagingen beargumenteerde hij dat dit nodig was om o.a. inflatieredenen.

De onzichtbare kracht achter het rentebeleid van de ECB en de man die Mario Draghi van munitie voorziet is de Belgische econoom Peter Praet. Deze voormalige bankier was president van de Générale de Banque voordat deze overgenomen werd door Fortis. Na een korte periode als kabinetschef op Financiën is hij naar de Belgische Nationale Bank gegaan. Praet ziet de bankencrisis nog steeds als het ‘topje van de ijsberg’ omdat door ‘armlastige’ banken landen nog steeds meegesleurd kunnen worden in een faillissement. Alles, maar dan ook alles moet volgens Peter Praet gedaan worden om de banken tegemoet te komen. In Mario Draghi vindt hij een zeer gewillig oor.

Lees verder op Citareg

Politici hebben van de crisis weinig geleerd

Onlangs verkondigde minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem dat de crisis voorbij is.

Gelukkig vertelde hij erbij dat dit natuurlijk niet geldt voor mensen die in de problemen zijn geraakt. Je zult maar werkeloos zijn en de waarde van je huis is minder dan de hypotheekschuld. Misschien is het een onterecht verwijt aan politici, maar feit is wel dat voor hen de crisis voorbij is zo gauw de economische signalen weer op groen staan, terwijl voor de individuele burger die crisis nog jaren kan voortduren. Het kenmerkt het opportunisme van politici.

Als de crisis al voorbij is, wat hebben we er dan eigenlijk van geleerd? Betrekkelijk weinig. Begrotingscommissaris Olli Rehn heeft de teugels wat strakker aangetrokken, maar werkelijke sancties voor begrotingszondaars blijven achterwege en toekomstige overschrijdingen van de 3-procentsnorm zijn opnieuw niet te vermijden. Het economische ijs waarop we met z’n allen schaatsen is namelijk bijzonder dun. Een half procentje meer of minder groei is in feite het verschil tussen wel of geen ‘crisis’.

Lees verder op Citareg

Voor de EU moeten wij bij onze regering zijn

In mei zijn er Europese verkiezingen. Via onze nationale partijen kunnen we een stem uitbrengen voor een nieuw Europees parlement. De discussie over Europa, de EU, gaat voornamelijk tussen de voorstanders, de eurofielen, en de tegenstanders, de eurosceptici. Deze zwart/wit discussie biedt weinig ruimte voor nuances.

Zelf ben ik van een pro-Europeaan langzamerhand veranderd in een euroscepticus. Dat voelt niet fijn omdat die draai van 180 graden best moeilijk is. Waar is het mis gegaan?

Na de tumultueuze eerste helft van de 20e eeuw, met twee vernietigende wereldoorlogen hadden de Europese natiestaten er genoeg van. Duitsland mocht nooit meer alleen op avontuur gaan. Na de oprichting in 1951 van de EGKS volgde in 1957 de EEG, in 1967 de EG en in 1992 de EU. Een samenwerkend Europa zou vooral de vrede dienen.

De eerste irritaties ontstonden toen Brussel zich ging bezig houden met allerlei banale regeltjes, waarvan de burgers in Europa dachten ‘waar bemoeien ze zich mee?’ U kent de voorbeelden van de kromme komkommers, de ladders van de glazenwassers enz. Die rare regeltjes ontstonden doordat de Europese Commissie weinig bevoegdheden had en op die manier probeerde haar bestaansrecht voor het publiek te rechtvaardigen. Alle belangrijke thema’s werden immers beslist door de regeringsleiders van de lidstaten. Daarover straks meer.

Het grote ongenoegen brak pas los toen in 2002 officieel de euro als betaalmiddel werd ingevoerd. Geen burger was naar zijn mening gevraagd en die onvrede werd nog groter toen bleek dat euro’s in feite guldens waren geworden, al wil men ons dat tot op de dag van vandaag anders doen geloven.

Na 2002 zijn er twee cruciale ontwikkelingen geweest die aan de basis liggen van de huidige onvrede. Op de eerste plaats de megalomane uitbreiding van de EU in 2004 en 2007 met 12 voornamelijk armlastige Oost-Europese landen. De EU werd binnen drie jaar bijna verdubbeld in omvang, mede op aandringen van de VS. In plaats van een kwalitatieve verdieping van de bestaande EU werd gekozen voor kwantiteit. Het Europa van de twee snelheden, met een vaste kern van gelijkwaardige landen en een wachtkamer met nieuwe leden die zich eerst zouden moeten bewijzen, werd niet eens in overweging genomen.

Lees verder op Citareg