Referendum dwingt politici hun standpunt te verwoorden

Politici zouden referenda moeten zien als een verrijking van de representatieve democratie.

Nog nooit was er zoveel keuzevrijheid. Mensen ‘shoppen’ wat af: van de smartphone tot de ziektekostenverzekering, alles wordt op persoonlijke voorkeuren afgestemd. Dit in schril contrast met politieke partijen, waar je altijd op een totaalpakket stemt dat nooit helemaal op de voorkeur aansluit.

In zijn opiniestuk van vorige week (Opinie & Debat, 15 december) erkent oud-parlementariër Bas De Gaay Fortman deze frictie niet. Volgens hem is er geen behoefte aan verandering: het referendum is een bijl aan de wortel van de representatieve democratie, zoals Hans Wiegel altijd zo mooi verwoordt.

Het huidige politieke stelsel creëert echter politiek wantrouwen dat funest is voor de gezondheid van onze democratie. Beperkte referenda zijn een veilige manier om daar iets aan te doen.

Partijtrouw blijft onveranderd afnemen. Als mensen één keer in de vier jaar tijd stemmen op basis van wat op dat moment het meest bij hen aansluit heb je al vanaf de verkiezingen een kloof die alleen maar blijft groeien, hoe capabel en deskundig vertegenwoordigers ook zijn.

Daar komt nog eens bij dat verkiezingen niet puur inhoudelijk zijn: alles moet vluchtig en behapbaar zijn. Voor individuele issues hebben politieke leiders tijdens het Carré-debat een halve minuut de tijd. Zo kan het verkeren dat bepaalde standpunten van een partij tijdens verkiezingen helemaal niet aan bod komen en het hele gebeuren ontaardt in een populariteitswedstrijd.

Lees verder op de Volkskrant