Raam dicht, deur wijd open

Uit het feit dat migranten hier komen, volgt niet dat ze het recht hebben hier te zijn.

Deze maand is het alweer acht jaar geleden dat Hendrik Jan Schoo overleed. Hij was met 61 veel te jong. Voor mij was ‘HJ’, eerst hoofdredacteur van Elsevier, later Volkskrant-commentator, een baken in de vaderlandse journalistiek. Weg van het journalistieke moralisme, de feiten wegen. Die aap moet van je schouder, zei hij. Let niet op wat ze ervan denken, maar schrijf op hoe het volgens jou zit. Ik dacht aan hem toen de hoofdredacteur van deze krant van de week een serie aankondigde over het vluchtelingenvraagstuk. Zo’n serie had Schoo vijftien jaar geleden ook geschreven.

Er zijn meer conflicten in de buurt dan ooit, schreef Philippe Remarque in zijn inleiding. Hogere hekken helpen niet. Kunnen we andere mogelijkheden verkennen? Altijd goed, een brandende kwestie bespreken. Maar ik houd ook mijn hart vast. Zijn er andere smaken dan lágere hekken en als we ze niet buiten kunnen houden, laten we ze binnen? Het boekje van Schoo ligt voor me: De verwarde natie – dwarse notities over immigratie. Hij schreef zijn columns tussen 1994 en 2000. Verschillen zijn er, 9/11 was nog niet gebeurd, geen Irakoorlog, geen vergeefse bezetting van Afghanistan. Geen IS, geen Syrische oorlog, ook geen slachtpartij bij Charlie Hebdo.

Er zijn ook overeenkomsten, de meeste deprimerend. Zoals de landen van waaruit de meeste vluchtelingen komen. Dat waren ook toen al Afghanistan, Irak, Iran en Somalië. Dat relativeert het sentiment dat de mensenstroom onze eigen schuld is, want een direct gevolg van het westerse geblunder in de Irakoorlog. Zo kom ik op het hoofdpunt van Schoo’s kritiek, dat ook vijftien jaar later nog hout snijdt: de subtekst van alle argumenten voor het toelaten van meer migranten is nu net als toen dat er eigenlijk geen argumenten tegen zijn.

Net als toen is er een glijdende schaal tussen vluchtelingen, asielzoekers, migranten en overige vreemdelingen. Uit het feit dat ze komen, volgt dat ze allemaal het recht hebben om hier te zijn. Met goed fatsoen kun je niet tegen zijn. Op zijn Schoo’s: ‘Het feit werd vanzelf tot norm.’ Ik denk niet dat de ellende in de wereld nu groter is. In de jaren tachtig woedde de oorlog tussen Irak en Iran met een miljoen doden. De slachtoffers van de terreur van Saddam Hoessein vielen bij tienduizenden, die van Hafez al Assad (de vader) idem.

Het verschil is dat de wereld kleiner werd, de iPhone verscheen en dat de verwachtingen van migranten hoger werden.

Ook nu nog wordt met man en macht geprobeerd dit probleem buiten de politiek te houden.

Lees deze column van Martin Sommer verder op de Volkskrant >>>