Weg met de confrontatiepolitiek

Europa moet met Rusland gaan samenwerken. De politiek van confrontatie leidt nergens toe, vindt Annie Schreijer-Pierik, europarlementarier voor het CDA, lid van de Landbouwcommissie de Europese parlementaire delegatie met de Russische Doema.

De Beierse minister-president en CSU-partijleider Horst Seehofer bezocht vorige week de Russische president Vladimir Poetin om te spreken over versoepeling van de sancties tussen de EU en Rusland. Naast de enorme vluchtelingenstromen vormen voor Duitsland de onlangs verlengde sancties tussen de EU en Rusland een van de grootste sociaaleconomische en geopolitieke uitdagingen. Voor Beieren in het bijzonder.

Seehofer was van 2005 tot 2008 Duits bondsminister van landbouw. Hij weet dus als geen ander hoe de boeren in Beieren en Europa nu al anderhalf jaar lijden onder de verhevigde en verlengde Rusland-boycot.

Ik sta volledig achter zijn missie. Zijn boodschap is de boodschap die ik als lid van de Landbouwcommissie en Rusland-delegatie in het Europees Parlement reeds talloze malen heb verkondigd: we moeten met Rusland in dialoog, het vertrouwen herstellen en zo spoedig mogelijk deze sancties afbouwen. De verlenging van de sancties kwam als een slag in het gezicht van Europese boeren, agrovoedingssector, maar ook voor vele andere getroffen ondernemers. Zelfs voor mij als Europarlementariër en volksvertegenwoordiger.

Niet alleen Nederlandse en Europese varkenshouders staan onder ondraaglijke druk door de lage prijzen. Ook talloze akkerbouwers, tuinders, melkveehouders, zuivelcoöperaties en kaasproducenten lijden zwaar onder de prijsdruk die is ontstaan door de boycot. Het aanboren van andere markten en de gekozen marktinterventie van de Europese Commissie hebben de prijsdruk op de primaire producenten niet kunnen verhelpen. Een sector met een exportwaarde van 83 miljard euro voor ons eigen Nederland komt daardoor op lange termijn aan het wankelen.

Anders dan de VS – die met andere bondgenoten tegen Rusland kozen voor politieke en financiële sancties tegen specifieke individuen en individuele instellingen – is er tussen de EU-lidstaten en Rusland sprake van algemene economische sancties.

Europeanen – en de Russische bevolking – dragen de lasten van deze economische confrontatiepolitiek. Toch wordt via omwegen als Turkije en Wit-Rusland door valse herkomstcertificaten nog het een en het ander naar Rusland geëxporteerd. Zo gaat ondertussen de export van vliegtuigen, machines en voertuigen door onze Amerikaanse bondgenoten naar datzelfde Rusland, al dan niet via omwegen, vrolijk verder. Zakenblad Forbes constateerde in 2014 zelfs een stijging van de officieel geregistreerde Amerikaanse handel met Rusland en in 2015 slechts een lichte daling – vooral door liquiditeitsproblemen van sommige Russische ondernemingen door de sancties en dalende olie- en gasprijzen. Amerikaanse exportproducten kwamen echter via onder meer Turkije en Wit-Rusland het land van Poetin binnen.

De anti-Russische retoriek door westerse regeringsleiders en door Europarlementariërs op het Maidanplein, moet dan nu ook een einde krijgen. Voor ons Europeanen geldt ook: beter een goede buur dan een verre vriend. Moskou ligt nu eenmaal in Europa. Beieren heeft dat begrepen.

Als CDA-Europarlementslid steun ik volledig de benadering van onze zusterpartijen CSU en CDU: streven naar opheffing van deze schadelijke handelssancties. En gelijktijdig in onderhandelingen over de Oekraïne rekening houden met de legitieme Russische belangen; natuurlijk steeds mét heldere eisen op het gebied van de soevereiniteit en het recht op zelfbeschikking van Oekraïne. Voor vrede en voorspoed in Europa, voor Nederland in Europa.

Bron: Trouw, 11 februari 2016