De euro staat op knappen. Een muntunie met zeer economisch zeer verschillende staten is een slecht idee gebleken. Na de overwinning van de eurokritische communisten in Griekenland dreigt in het armlastige Spanje hetzelfde te gebeuren. Daarom haalt Brussel elk manipulatiemechanisme uit de kast om de Spanjaarden te laten denken dat het goed met ze gaat. Helaas is dat gegoochel met cijfers nogal doorzichtig.
In Griekenland heet de beweging Syriza, de Spaanse evenknie heet Podemos. De partij is nog geen jaar oud maar wist vorige week meer dan 100.000 mensen te mobiliseren voor een mars tegen het door Brussel opgelegde bezuinigingsbeleid.
Podemos wil een basisinkomen voor iedereen, een overheid die actief de werkloosheid bestrijdt en is gematigd eurokritisch. Vooral onder de Spaanse jongeren, die met een werkloosheid van 60% moeten leven, is Podemos bijzonder populair. Als er nu verkiezingen gehouden zouden worden is het goed denkbaar dat Podemos er met de overwinning vandoor zou gaan. Dan zou er naast Griekenland een tweede hulpbehoevende natie zijn die openlijk rebelleert tegen het keiharde bezuinigingsregime en dat moeten we natuurlijk niet willen.
De reactie van Brussel op die ontwikkelingen is voorspelbaar. Eerst belooft de commissie van Jean-Claude Juncker meer geld. Daarna komt er een stortvloed van berichten dat het allemaal wel meevalt met die Spaanse economie. Leuk is het niet, dat bezuinigen, maar het helpt wel is het credo.
Mooi. Het gaat weer helemaal crescendo met de economie, nu maar wachten tot de gewone man weer aan de bak kan. Maar met die cijfers van Eurostat is iets bijzonders aan de hand.