Wanneer Europa dit najaar verantwoordelijk wordt voor het toezicht op grote banken is er niemand die kan controleren of de nieuwe bankentoezichthouder wel op de juiste manier te werk gaat.
Daarvoor waarschuwt de Algemene Rekenkamer – in Nederland de onafhankelijke externe controleur – donderdag in een brief aan de Tweede Kamer. De invoering van een Europese toezichthouder op banken, een onderdeel van de bankenunie, leidt er indirect namelijk toe dat de rekenkamer ‘beperktere mogelijkheden’ krijgt om de kwaliteit van het toezicht te controleren. Zo heeft het orgaan dan ‘geen mogelijkheid meer tot het verrichten van onderzoek naar het functioneren van toezicht op de grote Nederlandse banken’.
Het toezicht op grote Nederlandse banken is nu nog in handen van De Nederlandsche Bank (DNB), die wordt gecontroleerd door de Algemene Rekenkamer. In november draagt DNB die taken echter over naar de bankenwaakhond van de Europese Centrale Bank (ECB) en kan de Nederlandse rekenkamer niet langer meekijken.
Tegelijkertijd heeft de Europese Rekenkamer niet expliciet de taak gekregen om het bankentoezicht van de Europese Centrale Bank (ECB) te toetsen. Daardoor dreigt een ‘controlegat’, schrijft rekenkamerlid Arno Visser in de brief. Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem (PvdA) moet dat volgens hem onder de aandacht brengen bij andere lidstaten.
Dijsselbloem laat in een reactie weten te beseffen dat het grotere, Europese broertje van de Algemene Rekenkamer te weinig bevoegdheden heeft om de prestaties van de ECB-toezichthouder goed door te kunnen lichten. Hij gaat er daarom in de EU voor pleiten het takenpakket van de Europese Rekenkamer uit te breiden.