Een goed maar wel weer een naïef stuk, dat uit gaat van de premisse dat het de EU met dit associatieverdrag voornamelijk om handel zou gaan. Het “meest diepgaande en gedetailleerde associatieverdrag ooit”, gepresenteerd als “het is maar een handelsverdrag” is vooral bedoeld om Oekraïne binnen de Westerse invloedssfeer te trekken. Wij voorspellen: ze gaan geen letter aanpassen. Bovendien: het handelsverdrag alleen en op zichzelf is ook niet goed voor Oekraïne.
Met een overtuigende meerderheid stemden de Nederlanders tegen het EU-associatieverdrag met Oekraïne in een adviserend referendum. Slechts 32 procent van de stemgerechtigden kwam opdagen, maar dat is meer dan bijvoorbeeld voor de Europese verkiezingen in 1999. Bovendien bleef 16 procent van de niet-stemmers thuis in de hoop dat de opkomstdrempel van 30 procent niet zou worden gehaald. Het referendum leefde dus wel degelijk.
Nederland heeft uiteraard niets tegen Oekraïne en velen in het nee-kamp willen ook best een handelsverdrag met Oekraïne sluiten. Hun punt is echter dat het verdrag niet louter een handelsverdrag is, en dat is juist. Het verdrag belooft immers ook financiële steun aan het corrupte Oekraïne, boven op de 100 miljoen per jaar die het nu al krijgt. Ook wil het verdrag een ‘versterkte deelname van Oekraïne aan civiele en militaire operaties inzake crisisbeheer onder leiding van de EU’, terwijl het land niet eens lid van de NAVO is en er zeker onvoldoende steun in de NAVO bestaat om het land militair te verdedigen.
Mikpunt
Volgens het nee-kamp was ‘alles wat fout is met de EU ook fout met dit verdrag’. Sommige tegenstanders zeiden zelfs openlijk dat Oekraïne hun niets kon schelen [Ja, daar is-tie weer!]. Het mag dus duidelijk zijn dat de EU het ware mikpunt was, maar dat heeft ze aan zichzelf te wijten. De hoofdschuldigen voor het Nederlandse nee zitten in Brussel, met als medeplichtigen de nationale politici die alle waarschuwingen die jarenlang hebben geklonken, naast zich neer legden.