De EU elite schakelt een tandje bij. Niet alleen Commissievoorzitter Juncker pleit voor een versnelde integratie, maar nu menen ook centrale bankiers als ECB-president Draghi en DNB-president Knot zich te moeten mengen in het politieke debat. Is dat wel verstandig? En waar blijft de burger in dit geheel?
De Europese elite is de laatste tijd hard bezig om de Europese integratie krachtig en versneld door te voeren. Doel: sneller herstel van economieën en werkgelegenheid en waarborgen van de continuïteit van de euro. Commissievoorzitter Juncker deed op 27 december 2014 al de aftrap met het verwijt aan de Nederlandse politieke partijen dat ze te veel aandacht geven aan ‘populistische partijen’ in plaats van te wijzen op de ‘noodzaak’ voor verdere Europese integratie.
Juncker deed daar recent nog een schepje bovenop met zijn pleidooi voor een Europees leger. “Europa moet Rusland tonen dat ze haar waarden verdedigt en met een eigen leger kan Europa geloofwaardig op dreigingen reageren”, aldus de oude rot, die ooit zelf verklaarde een sterk voorstander te zijn van “dark and secret debates”. Hij achtte het ook geoorloofd om te liegen als het er om spande. In antwoord op de vraag of de invoering van de euro wel zo’n goed idee was geweest verklaarde hij tijdens een interview met het Duitse weekblad Der Spiegel in maart 2013:
Diese Frage stellt sich nicht. Die Frage ob der Euro überleben wird, stellt sich ebenfalls nicht, und deshalb würde ich die Frage nach dem Satz der Bundeskanzelerin [‘Scheitert der Euro, dann scheitert Europa’, red.] nicht einmal theoretisch beantworten.
Tot zover de ‘democraat’ Juncker.
DNB-president Klaas Knot laat zich evenmin onbetuigd in het politieke debat. Vrijdag 13 maart nog betoogde Knot dat de eurozonelanden meer bevoegdheden moesten overdragen aan Brussel en dat wij Nederlanders ook de Zuid-Europese werkloosheidsuitkeringen maar voor onze rekening zouden moeten nemen. Zelfs het eurofiele Financieele Dagblad vroeg zich in een commentaar hardop af of Knot zich hiermee niet op glad ijs begaf. Op nog gladder ijs begaf ECB-president Mario Draghi zich eergisteren tijdens een toespraak op een financieel congres.
Draghi zei daar onder meer, dat de eurozone landen meer soevereiniteit met elkaar moeten delen (lees: overdragen van nationaal naar Europees niveau) en de democratische legitimiteit van de Europese Unie naar de burgers vergroten. ‘Kortom, mijn conclusie is dat een kwantumsprong in de institutionele convergentie is vereist’, aldus de ECB-president. Hoe die ‘democratische legitimiteit’ dan bereikt zou moeten worden, daarover liet hij zich wijselijk niet uit.