Toen ik zes of zeven jaar oud was verwonderde ik me vaak over al die berichten in de krant of op televisie waarin werd geklaagd over een gebrek aan geld voor het een of ander: ‘Als er te weinig geld is waarom drukken ze dan niet wat bij?’. Zodra je ouder wordt leer je vanzelf dat simpelweg geld bijdrukken helaas geen oplossing is want ‘dan worden de lolly’s vanzelf ook duurder’, aldus mijn leraar economie.
Vreemd genoeg denken veel economen en bankiers daar tegenwoordig heel anders over. Sterker nog, het nieuwe mantra lijkt te luiden dat stijgende prijzen niet alleen goed maar zelfs noodzakelijk zijn voor economische groei. Deflatie in de eurozone is dan ook iets waar zowel de president van de ECB, Mario Draghi, als de president van DNB, Klaas Knot, zich vorige week met grote zorgen over hebben uitgelaten.
Maar wat is er precies mis met dalende prijzen? ‘Nou’, hoor je een econoom of bankier met een serieus gezicht, een zware stem en een hand onder zijn kin op zo’n moment zeggen, ‘als de prijzen dalen stellen consumenten hun aankopen uit en dan komt de economie tot stilstand’. Oh, is dat zo? Maar zijn de prijzen van bijvoorbeeld computers en telefoons de afgelopen decennia niet continu gedaald? En zijn mensen daarom al jaren gestopt met het kopen van laptops en smartphones? En wie gaat een jaar lang met hongerstaking omdat volgend jaar het brood wel eens goedkoper zou kunnen zijn? En stellen mensen hun bezoek aan de kapper ook graag een paar jaar uit omdat ze zo op een knipbeurt in 2023 wel eens 5 euro zouden kunnen besparen? Allemaal klinkklare kletskoek natuurlijk, maar economen zeggen en mensen geloven het.
Sterker nog, zoals Piketty in zijn boek laat zien gaan perioden met constante of zelfs licht dalende prijzen prima samen met economische groei. De gehele negentiende eeuw, een periode van aanzienlijke wereldwijde economische groei, was voor zowel de Verenigde Staten als Groot-Brittannië een periode waarin het geld elk jaar zelfs steeds een klein beetje (0,2%) meer waard werd. Blijkbaar konden economische groei en deflatie elkaar toen wel degelijk heel goed verdragen. Inflatie op de huidige schaal is, aldus Piketty, een fenomeen dat pas de vorige eeuw is komen opzetten. Niet geheel toevallig is dat ook de eeuw waarin tal van landen besloten centrale banken op te richten die in staat zijn uit het niets geld te creëren.
En hiermee naderen we de kern van het probleem. Want wat is de oorzaak van onze Europese deflatietendens? Omdat de afgelopen decennia door centrale banken de rentes kunstmatig laag zijn gehouden en er dus veel geld uit het niets is gecreëerd, konden de prijzen enorm stijgen. Niet van alle goederen, lolly’s zijn bijvoorbeeld nauwelijks duurder geworden, maar wel van sommige goederen, met name huizen. Deze ‘huizenbubbel’ is nu aan het leeglopen en dat is een goede zaak. De economie herstelt zich op deze wijze van een periode van irreële groei. Een dergelijke prijsaanpassing is pijnlijk – de economische groei hapert – maar absoluut essentieel voor herstel.
Net zoals koorts onontbeerlijk is voor een lichaam om zich te herstellen van een ziekte is een periode van deflatie noodzakelijk voor een economie om een ‘bubbel’ weg te werken. In beide gevallen is de aanpassing pijnlijk maar onafwendbaar voor duurzaam herstel. Economen en bankiers denken daar echter vaak anders over. Zij lijken op artsen die de thermometer de schuld geven: de koorts is niet de oplossing maar de oorzaak van de ziekte. In plaats van de patiënt rustig te laten uitzieken willen ze de deflatie, die zo noodzakelijk is voor economisch herstel, wegnemen door geld bij te drukken. Zo zullen ze onvermijdelijk nieuwe economische bubbels in leven blazen en de toestand alleen maar verslechteren.
Het is allemaal niet zo moeilijk. Een basisscholier kan bedenken dat je economische problemen niet kunt oplossen door geld bij te drukken en de inflatie aan te wakkeren. Toch is dat precies hetgeen waar Knot en Draghi voor pleiten. Men is het gezonde verstand zelfs in die mate verloren dat het ontwaarden en devalueren van de eigen munt tegenwoordig als methoden worden gezien voor het creëren van economische groei. Maar wat zijn voorbeelden van landen met een zwakke munt en veel inflatie? Argentinië, Wit-Rusland en Zimbabwe. En wat zijn voorbeelden van landen met een (traditioneel) sterke munt en weinig inflatie? Zwitserland, Japan en Noorwegen. Q.E.D.
Waarom wordt er door Draghi en Knot dan ingezet op meer inflatie? Misschien hebben ze allebei hun gezond verstand verloren of ontbreekt hun de moed tegen de tij van de economische orthodoxie in te zwemmen? Dat zou kunnen. Een andere verklaring is de eurocrisis. De huidige eurocrisis is in essentie een schuldencrisis. Arme Zuid-Europese landen kunnen hun schulden, voor een groot deel in handen van rijke Noord-Europese landen, niet langer betalen. Inflatie is een zeer effectief middel voor het liquideren van schulden én spaartegoeden. Na een periode van Europese hyperinflatie zijn de Grieken immers hun schulden en wij onze pensioenen kwijt. De eurocrisis is dan voorbij maar de euro is verwoest: operatie geslaagd, patiënt overleden.
Het bewust aanwakkeren van inflatie en opblazen van (nieuwe) bubbels is spelen met vuur. Van de ECB mogen we dit verwachten. Draghi heeft immers herhaaldelijk te kennen gegeven dat hij alles maar dan ook alles zal doen om hét grote Europese politieke prestigeproject, de euro, te redden. Echter, dat DNB bij monde van Klaas Knot hierover geen moord en brand schreeuwt maar ons nota bene ook meent te moeten waarschuwen voor een imaginair ‘deflatiespook’ is, zeker gezien de enorme Nederlandse belangen die op het spel staan ronduit onbezonnen.
Pepijn van Houwelingen