De wereldwijde schuldeneconomie staat op springen

Foto van Federal ReserveDoor Prof.(em.) Dr. René Tissen

De Federal Reserve heeft het verpest
Vanwege de overheersende positie van de Amerikaanse dollar in het schaakspel om de geopolitieke wereldmacht, heeft de Federal Reserve Bank een betekenisvolle voorbeeldfunctie als het gaat om het tijdig nemen van die financiële stimuleringsmaatregelen, die nodig worden geacht om de economieën van westerse landen uit het slop te trekken, zodra dat het geval is. Vroeg of laat volgen vrijwel alle centrale banken het beleid van de Federal Reserve. Na de kredietcrisis van 2007-2011 moesten maatregelen worden getroffen om de Amerikaanse economie te behoeden voor een verdere afgang. Aanvankelijk werd het klassieke instrumentarium uit de kast getrokken, namelijk dat van de stapsgewijze verlaging van de rente, in de verwachting dat partijen door goedkoop te kunnen lenen de economie als ware het vanzelf weer aan zouden jagen. Toen dit beleid onvoldoende bleek aan te slaan, ging de Federal Reserve over op het drastisch verruimen van de beschikbare geldhoeveelheid via wat Quantitative Easing werd genoemd. Een tsunami van nieuw geld was het allesvernietigende gevolg. De wereldeconomie werd een schuldeneconomie van voorheen ongekende omvang.

Grote stappen, snel thuis
Met een ferme vuist werd op tafel geslagen. Slechts een beetje geldverruiming zou het tij niet doen keren. Er werd met geld gesmeten. Voorbij is de tijd van miljoenen, hoera voor de miljarden en zelfs de biljoenen. Met helaas als enige resultaat dat overal ter wereld luchtbellen in de economie zijn ontstaan. De laatste daarvan is nu in het vizier gekomen van economen en politici, namelijk de ongekende koersstijgingen op -en van- de wereldwijde effectenbeurzen. Inmiddels is elke relatie tussen de koersontwikkeling van een beursgenoteerd fonds en de winstgevendheid ervan, verdwenen. Het lijkt er veel op dat de traditionele indexen zoals de Dow Jones, geen bovengrens meer kennen. Zelfs ‘the sky’ is niet langer ‘the limit’.

De rijken worden rijker, de kloof neemt toe
Tenminste twee grote partijen hebben hier baat bij gehad. Ten eerste is er wereldwijd een kaste van multimiljardairs ontstaan en is er zelfs sprake van een snelgroeiende supertop van trillionairs. Dankzij hun rijkdom vertegenwoordigen zij inmiddels een wereldmacht in zichzelf. Dat deze buiten elke democratische controle valt, is bijzonder jammer omdat het hen daardoor aan moreel gezag ontbreekt. De wereld moet het hebben van hun persoonlijke goodwill. Het verhaal gaat overigens dat het momenteel juist deze rijken zijn die uit betrokkenheid met mens en milieu een ‘global reset’ van de wereldeconomie nastreven, een initiatief dat voortkomt uit het Wereld Economisch Forum en hun besloten jaarlijkse bijeenkomsten in Davos, Zwitserland.

De bedelstaf dreigt
Ten tweede is vooral in Amerika ongekend veel winst geboekt voor al die burgers die hun persoonlijk pensioenplannen (bijvoorbeeld 401k) sterk in waarde zagen toenemen, wat dringend nodig was om te voorkomen dat grote groepen Amerikanen aan de bedelstaf zouden raken op het moment van hun pensionering. De Federal Reserve heeft er eigenlijk voor gezorgd dat er weinig sociale onrust ontstond bij de middenklasse (mét aandelen) ten nadele van alle anderen die zich toch al geen beleggingen konden veroorloven. De Amerikaanse verdeeldheid onder president Trump is niet alleen racistisch van aard, maar vooral ook financieel. Om deze ‘vertical divide’ tegen te kunnen gaan zijn er de afgelopen tijd aanzienlijke dollarbedragen van de overheid aan de eigen bevolking geschonken. Voormalig President Trump wilde dit strooien met ongedekt geld het liefst voorzien van een biljet stempel: “Given to you by your president, Donald J. Trump”. De economie kwakkelde energieloos voort. Het monster van de geldontwaarding stak de kop op, alles werd en wordt steeds duurder. Officieel was er overigens geen sprake van inflatie en haalde de Federal Reserve de zelf gestelde inflatiedoelen niet eens. Het idee van een plotselinge scherp toenemende inflatie als gevolg van ingehouden geldontwaarding (‘pent up inflation’) van onderaf krijgt inmiddels enige voet aan de grond.

En toen kwam Corona
Voorafgaande aan de Covid-19 pandemie was er al sprake van een ongekende stijging van de staatsschuld van Amerika, maar inmiddels doet de rest van de wereld niet onder voor Amerika. Ook in Europa vliegen ons de miljarden en biljoenen om de oren. Maar het herstel van de economie is traag en weerbarstig. Er was in Amerika even een opleving, zo blijkt o.a. uit een geleidelijke daling van de werkloosheid in Amerika. Maar die was van korte duur. Door Corona kent de staatsschuld inmiddels geen enkele grens meer. Momenteel voert Engeland het peloton aan door honderden miljarden te besteden aan het overeind houden van burgers en bedrijven, met geld dat er niet is. Gelukkig gaat een deel van dit geld naar investeringen in de infrastructuur en Defensie, twee Keynesiaanse klassiekers van herstelbeleid. Maar of het allemaal helpt? Het valt te betwijfelen. Het idee van centrale geldontwaarding (via kwantitatieve ontspanning van bovenaf), neemt inmiddels toe, zoals hierboven beschreven.

Geld is waard wat een gek er voor biedt
Het is niet onwaarschijnlijk dat er zich -mogelijk zelfs binnenkort- een tweede mondiale kredietcrisis zal voordoen. Die lijkt de genadeklap voor de dollar te zullen gaan worden die vervolgens ook de andere machtige valuta zal meeslepen, waaronder de Euro, het Engelse pond, de Japanse Yen en de Chinese Yuan. Daarna zullen secundaire valuta volgen, waaronder de Roebel en de Roepie. Alle belangrijke valuta zijn inmiddels hun onderlinge race naar de afgrond aan het versnellen. Als waar is wat ik denk -wat ik niet hoop- dan zullen we binnenkort te maken krijgen met een enorme inflatiespiraal, richting hyperinflatie. Als die zich aandient dan zal dat snel en ingrijpend zijn. Vroeger noemden we dat het Zimbabwe-scenario. Van het ene moment op het andere wordt geld oud papier. De Amerikaanse dollar dreigt ook nog op een andere manier oud papier te worden, namelijk vanwege de huidige status van de dollar als wereldreserve munt. Via deze voor Amerika buitengewoon gunstige speciale handelspositie – veel landen doen transacties met elkaar via de Amerikaanse dollar- dreigt inflatie de eigen valuta van landen waardeloos te maken, vandaar de ‘race to the bottom’.

Een zware depressie
Is er nog iets aan te doen? Zolang alle aandacht terecht uit blijft gaan naar het bestrijden van de Corona pandemie en naar alle geo-sociale onrust die het virus veroorzaakt, vrees ik dat er weinig aandacht zal zijn voor de gevaren van de schuldeneconomie. Voor de toekomst van ons geld en het niveau van welvaart dat wij gewend zijn, moet gevreesd worden. Ik vrees vooral voor het verlies aan sociale samenhang in de economie en voor structurele maatschappelijke ontwrichting die langzaam maar zeker ook in Nederland zichtbaar wordt. Als de huidige spanningen zich doorzetten -wat ik niet hoop- gaat de wereld een zware depressie tegemoet, dieper dan ooit tevoren. Nederland kan hieraan ontsnappen. Door uit de Euro te stappen. Maar als dat in vrede zou kunnen gebeuren, was het wel al gedaan.

Het is maar de vraag of wij het instrumentarium hebben om uit de schuldenval te komen. Technisch gezien zijn er voldoende boekhoudkundige mogelijkheden voor. Het zou bijvoorbeeld kunnen door het op grote schaal kwijtschelden van schulden. Hier en daar gebeurt het al. Of door het wegstrepen van de overmatige staatsschulden van landen tegen het fysieke goud dat een land bezit. Deze beiden kunnen worden gerealiseerd via internationale boekhoudkundige regels, die consequent in deze mogelijkheden voorzien.

Ik vrees echter het meest voor de ineenstorting van onze westerse beschaving als wij niet snel tot vernieuwing van de wereldeconomie en de daarbij passende economische orde komen. Dan zijn we pas echt de weg kwijt en krijgen we te maken met een gewelddadige ‘reset’, in plaats van een ‘grote reset’. Want dan gooit de bevolking de kont tegen de krib. Ik bedoel hiermee te zeggen dat een derde wereldoorlog dan niet kan worden uitgesloten, zeker niet als die eruitziet als een samenstel van allerlei georganiseerde – aanhoudende- burgerconflicten rondom geld en macht -en de toegang daartoe- aan de ene kant, en de positie van mens en milieu aan de andere. Een sterke internationaal georiënteerde politieke democratie is hiervoor essentieel. Helaas zijn er momenteel signalen te over die het tegenovergestelde laten zien. En dat belooft weinig goeds.

Dit opinieartikel is op persoonlijke titel geschreven door Prof. (em.) Dr. René Tissen, sinds 1991 hoogleraar aan Universiteit Nyenrode te Breukelen