De politiek zwicht voor giftige lobby

Onlangs werden 49 Europarlementariërs getest op het mogelijk kankerverwekkende bestrijdingsmiddel glyfosaat. Ze bleken het allemaal in hun lichaam te hebben.

Gemiddeld hadden ze 17 keer de Europese drinkwaternorm in hun urine. Ondanks dit schokkende experiment stemde het Europees parlement kort geleden in met de toelating van glyfosaat tot de Europese markt voor nog eens zeven jaar. Het laatste woord is nu aan de Europese lidstaten.

Nederland is een grootverbruiker van bestrijdingsmiddelen. Onze intensieve landbouw is eraan verslaafd. Eén van de meest gebruikte bestrijdingsmiddelen wereldwijd is glyfosaat, dat het Amerikaanse bedrijf Monsanto gebruikt in de populaire onkruidverdelger Roundup. Al lange tijd is er grote ongerustheid over het massale gebruik van dit middel en de gevolgen daarvan voor het milieu en de volksgezondheid.

Al die bruine weilanden die je in het vroege voorjaar ziet, zijn bespoten met glyfosaat. Dat gif dringt diep in de bodem door. Koeien die gras eten dat op deze weilanden groeit, krijgen dit binnen en dat komt weer in de kaas en melk terecht.

Bijna alle varkens, koeien en kippen krijgen bovendien als voedsel genetisch gemodificeerde soja, die veelvuldig met glyfosaat is bespoten. Via het veevoer komt dit in het vlees en dus in ons lichaam terecht, via de mest in de bodem en het water en op die manier weer in ons drinkwater. Tegenwoordig heeft dan ook vrijwel iedereen deze stof in zijn lichaam, met alle gezondheidsrisico’s van dien.

In maart 2015 verscheen een rapport van het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek (IARC) dat de relatie tussen kanker en glyfosaat aannemelijk maakt. En juist in 2015 was ook de Europese Unie bezig met een onderzoek naar de veiligheid van dit middel. Dat kwam de producenten van bestrijdingsmiddelen niet goed uit, want als het inderdaad kankerverwekkend blijkt te zijn, loopt de toelating tot de Europese markt gevaar.

En zie, begin november 2015 verscheen er een artikel van de Europese voedsel- en warenautoriteit (EFSA), waarin staat dat het onwaarschijnlijk is dat glyfosaat kankerverwekkend is. Dit riep bij velen vragen op, want waarom wijkt dit oordeel zo sterk af van het IARC?

Na enig zoekwerk blijkt: het rapport van de EFSA is door de bestrijdingsmiddelenindustrie zelf geschreven! Natuurlijk niet letterlijk, maar de sector mocht de rapporten aanleveren die bij de beoordeling zouden worden gebruikt én het bureau selecteren dat het rapport zou schrijven. Er was voortdurend overleg tussen de gifproducenten en de schrijvers van het rapport.

Op basis van dit EFSA-rapport (!) is de meerderheid van de Nederlandse politiek om. Zou staatssecretaris Van Dam eerst nog tegen de hernieuwde toelating van glyfosaat tot de Europese markt stemmen, nu heeft hij vanwege een plotse Kamermeerderheid toch besloten vóór te gaan stemmen. Hoe komt het toch dat degenen die grof geld verdienen aan bestrijdingsmiddelen zoveel ruimte krijgen hun belangen zwaarder te laten wegen dan het algemeen belang van een goede gezondheid en een schoon milieu?

Bron: Brabants Dagblad