Vraag een Amerikaanse toerist wat ‘ie zo mooi vindt aan Europa’ en meestal wordt de verscheidenheid als eerste genoemd. Op slechts enkele uren vliegen van Amsterdam vind je ‘Venice and Florence’ met een andere taal en culinaire gewoonten. Het Amerikaanse bedrijfsleven vindt die gebruiken vreselijk, omdat er allerlei lokaal geproduceerde en beschermde streekproducten zijn. Daar gaat nu gelukkig (voor hen) een einde aan komen.
Neem Parmezaanse kaas. Die wordt van rauwe melk gemaakt, in een speciale verhouding tussen melk van slechts enkele uren en een dag oud. De betreffende koeien mogen enkel gras of hooi eten, geen industrieel geproduceerd veevoer. De Italiaanse overheid beschermt lokale producenten tegen namaak: slechts een paar regio’s die dit productieproces aantoonbaar sinds de late Middeleeuwen uitvoeren mogen gecertificeerde Parmezaan maken.
Dat is tegen het zere been van de Amerikaanse exportindustrie. Al meer dan een decennium lobbyen enkele bedrijven bij de Amerikaanse overheid om die certificering te doorbreken. Dit soort streekproducten zijn duur, het is dus een interessante markt. Bedrijven als Kraft Foods willen het recht hebben om met de meest efficiënte productiemethodes deze ambachtelijke producten na te maken.