Het pleidooi van de ING-onderzoekers Bosgraaf en Leering voor het controversiële geschillenmechanisme ISDS in het handels- en investeringsverdrag TTIP verrast ons. Dit geheime tribunaal (ISDS staat voor Investor State Dispute Settlement) is immers een regelrechte ondermijning van de rechtsstaat. Allerlei regels ter bescherming van het milieu, werknemers en gezondheid komen op de tocht te staan.
De twee stellen dat het tribunaal niet leidt tot het terugdraaien van wetten. Uit de praktijk blijkt echter dat alleen al het dreigen met een miljardenclaim via ISDS voor landen genoeg reden kan zijn om mazen in de wet te creëren of wetten niet uit te voeren. Zo maakte de Indonesische overheid onlangs een uitzondering voor Newmont, een Amerikaans mijnbouwbedrijf, bij het invoeren van een nieuwe mijnbouwwet die de lokale economie moest stimuleren.
Het bedrijf had een schadeclaim ingediend omdat de nieuwe wet zijn winsten zou aantasten. En in de zaak van het Zweedse energiebedrijf Vattenfall versus Hamburg legde het milieu het loodje toen het stadsbestuur besloot om de milieueisen aan een kolencentrale, die nota bene verplicht waren gesteld door de EU, af te zwakken nadat Vattenfall met een schadeclaim van 1,4 miljard euro had gedreigd. Egypte wordt geconfronteerd met een claim van 82 miljoen euro van het Franse bedrijf Veolia, nadat het land besloot het minimumloon te verhogen.
Volgens ons valt het niet uit te leggen waarom het nodig en gerechtvaardigd is dat Amerikaanse bedrijven de Nederlandse rechter via een apart tribunaal kunnen omzeilen, en zo schadeclaims van astronomische omvang kunnen indienen. Anders dan de ING-onderzoekers beweren, krijgen deze bedrijven hiermee niet dezelfde rechten als binnenlandse bedrijven: ze krijgen meer rechten.