Het makkelijke geld uit de export van grondstoffen ontneemt Afrikaanse landen de lust tot hervormen, zegt Bob van den Bos, politicoloog en voorheen lid van het Europees Parlement voor D66.
Kan ontwikkelingshulp de migratiestroom uit Afrika stoppen? In het huidige debat worden oorzaken en oplossingen van de problemen vooral in Europa gezocht in plaats van Afrika zelf: de EU voert een neokoloniale politiek, beschermt de eigen markt, beschouwt Afrikanen als ongewenste vreemdelingen, laat multinationals fiscaal profiteren en doet te weinig aan ‘empowering’ van burgers om het economisch en politiek lot in eigen hand te nemen.
Deze kritiek is deels terecht, maar miskent de Europese inspanningen tot nu toe én de wijze waarop de Afrikanen er steeds weer zelf een potje van gemaakt hebben. Europese landen en de Europese Gemeenschap/EU hebben sinds de jaren zestig vele tientallen miljarden hulp verstrekt ter bestrijding van armoede en verbetering van economie en maatschappij.
Veel Afrikaanse regimes voerden de door Europa verlangde economische en democratische aanpassingen echter niet door en lieten chaos, corruptie, repressie, geweld en mensenrechtenschendingen voortduren. Soms werd de hulp stopgezet, maar daar was vooral de arme bevolking de dupe van. Vrijwel overal bleven de heersende elites de eigen familie en etnische groep bevoordelen. Aangelegde wegen, scholen en ziekenhuizen verpieterden vaak door slecht onderhoud. Machthebbers deden bitter weinig aan modernisering van de landbouw.